Ondanks mijn aanvankelijke weerstand tegen ADHD-medicatie besloot ik het, in navolging van twee vrienden die er recent goede ervaringen mee hadden, toch maar eens een kans te geven. Sinds mijn diagnose twee jaar geleden heb ik mijn modus grotendeels gevonden, maar soms is er nog die sneeuwbal die aan het rollen gaat. Wellicht blijkt de medicatie een hulpmiddel en als het me totaal niet bevalt kan ik mijn weerstand in ieder geval onder woorden brengen. Twee weken lang slik ik dagelijks drie tabletten Ritalin (10 mg; een bescheiden dosis) en doe ik in dit Ritalin report verslag van mijn bevindingen.
Het was 07:02 en ik vroeg me af of ik al een pil mocht. Omwille van de routine had ik acht uur met mezelf afgesproken. Om 07:30 stelde ik mezelf opnieuw de vraag. Mag het al? Het was kwart voor acht. En: is dat spul verslavend?
Om kwart over acht vertrek ik per fiets langs het achterpad om dochterlief schoolwaarts te brengen. Steevast komen we een achterbuurman tegen, die op hetzelfde tijdstip naar zijn werk vertrekt. Gewoonlijk zeggen we hallo, valt er een stilte en wensen we elkaar bij het scheiden van onze wegen een fijne dag. Nu knoopte ik een gesprekje over triviale zaken aan. ‘Papa,’ zei mijn dochter na een paar minuten, ‘we moeten gaan, anders kom ik te laat.’
De bijwerkingen kwamen, de eerste dagen. Lichte kloppingen, borrelende buik. Dit is waarover ik gelezen had en waarvan de psychiater zei: ‘Je lijf moet even wennen, laat je daar niet direct door tegenhouden.’
Er was een dag dat ik de tweede pil van de dag iets te vroeg nam. Mijn rillende lijf voelde vreemd. Tijdens een wandeling naar de supermarkt vroeg ik me af of mensen dat aan me konden zien. Een gezwollen tong en een uitgedroogde muil; het kostte me veertig minuten twee broodjes door die muffe tunnel te manoeuvreren.
De derde pil van de dag liet ik schieten. Die avond werd ik geïnterviewd tijdens een stream en ik vond het effect van de medicatie nog te onvoorspelbaar om er live mee te gaan. Ik zag collega-makers me voorgaan in de uitzending en werd door onzekerheid overmand. Had ik toch niet beter een pil kunnen nemen? Het interview ging prima, zou later blijken. Toch werd ik binnenskamers murw geslagen door niet helpende vragen: had ik het niet beter zo kunnen zeggen? Was dat grapje wel leuk? Was dat verhaal niet te warrig? Ik twijfelde harder aan mezelf dan gewoonlijk. Was dit het rebound-effect?
De fysieke bijwerkingen ebden weg na een dag of drie. De vraag of dit spul gezond is nog niet. Intussen neem ik er initiatief door. Zoek ik contact, voel ik me ontspannen. Het neemt ballast en remmingen weg, zoals biertjes dat ook doen. Mijn hoofd kan er even door uit en dat voelt zó fijn. Ik kon me daar eerder niets bij voorstellen. Ik stond altijd aan en dat bracht me mooie dingen. Maar lang kon ik daar niet van genieten: ik ging dwangmatig door naar het volgende. Er was altijd iets beters, een hogere lat, te bereiken. De Ritalin staat die mooie dingen niet in de weg, maar geeft me tussenruimte. Ik voel, ik ontspan, ik geniet.
En tevens de vrees voor afhankelijkheid: wil ik nog wel naar het oude terug?
Het lukt me nu beter met aandacht bij dingen stil te staan, ze te laten gebeuren. Had ik dat een paar jaar eerder gedaan, hadden Royal en ik heel Vera niet hoeven te schrijven.