Twee jaar geleden liep ik voor het eerst vast: ik staarde twee uur naar een zwart scherm en kreeg niets meer uit mijn vingers. Een coach hielp me weer op de rit, om vervolgens in dezelfde valkuil te lopen. Gesprekken met een psycholoog leidden tot een ADD-diagnose. Het was de aftrap van een jaar vol interessante inzichten.
Per brief ontving ik van PsyQ een uitnodiging voor een onderzoek om te kijken bij welke dosering dexamfetamine ik gebaat zou zijn. Er stond een telefoonnummer vermeld voor als de datum niet schikte. De vrouw die opnam beloofde me een nieuwe brief met een datum en een tijdstip toe te sturen. Ter plaatse de agenda trekken, bleek niet mogelijk. De datum op de nieuwe brief kwam opnieuw niet uit.
Eigenlijk kwam geen enkele datum uit: hoe concreter dit traject werd, hoe harder mijn weerstand groeide. Ik heb me het afgelopen jaar aardig verdiept in ADHD en de plek die het in onze samenleving heeft en ik heb steeds meer de overtuiging dat niet de werking van mijn brein het probleem is. En dat er met medicatie dus ook niet zoveel te genezen valt.
Dat brein functioneert namelijk uitstekend, vind ik. Ja, ik loop tegen dingen aan. En hard ook, soms. In de afgelopen twee jaar zat ik drie keer tegen overspannen aan; één van die keren leidde het tot een paniekaanval. Een maand nadat ik in een single betoogde dat ik mijn ADD niet als stoornis zie, werkte ik mezelf weer letterlijk naar de kloten: na twee shows moest ik een serie van veertien try-out-voorstellingen in een weekend afbreken omdat ik op mijn tandvlees liep en de airco van de theaterwagen letterlijk de genadeklap gaf. Mijn stem deed niets meer.
Misschien zat die maand ook wel iets te vol met het opnemen van een album, het afmaken van die voorstelling, het afronden van het schooljaar op de Herman Brood Academie en het maken van een podcastserie (over ADHD, nota bene). En misschien had ik nee moeten zeggen tegen die grote schrijfklus die diezelfde maand binnenkwam en waarvoor ik direct aan de bak moest. Maar het probleem is: alles is tof. En alles moet perfect.
En daar zit de crux. Zou ik medicatie gebruiken, is de kans groot dat ik bovenstaande een volgende keer voorkom. Maar ik betwijfel of mijn ADD er de oorzaak is. Ik geloof dat niet het reageren vanuit een impuls het probleem is, maar het perfectionisme waarmee ik het vervolgens uitwerk. Gevolgschade, noemt Cathelijne Wildervanck van ADHD-centrum Nederland dat: https://www.youtube.com/watch?v=ixpi9tADH0s.
Kort gezegd: waar ik diep van binnen linksom wil, leerde ik in veel situaties toch voor het sociaal wenselijke rechtsom te gaan. Ik leerde als kind dat ik in groepen sociaal moet zijn. Terwijl ik me liever op de achtergrond houd. Maar toch: doe lekker mee, Marco, zeiden de meesters en juffen dan. En je merkt dan: dit gedrag wordt meer gewaardeerd, dus ik doe het maar zoals het hoort.
Een recenter voorbeeld: iedere theatermaker gaat door een periode van zoeken en proberen voordat een voorstelling helemaal uitgebalanceerd is. Maar al die makers zijn in mijn ogen beter, verder, socialer, leuker en bekender dan ik, dus mijn try-out moet direct op topniveau zijn en ik ga het mezelf enorm kwalijk nemen als dat niet lukt. Mijn hoofd zit vol met dat soort ruis. Je kunt dan de impuls aanpakken (waardoor ik misschien nee zeg tegen de opdracht) of de gevolgschade (waardoor ik ja zeg tegen de opdracht maar ‘m op realistische wijze kan uitvoeren zodat er ook gewoon ruimte is voor de andere opdracht die er lag).
Het feit dat mijn brein anders functioneert, is dus het probleem niet. Ik pas er dan ook voor om het scheikundig te manipuleren. Ik ga, samen met ADHD-Centrum Nederland, aan de slag om die gevolgschade terug te dringen. ‘Van hoe het hoort naar wat wel werkt’, noemen ze dat daar. Je brein de ruimte geven om op eigen wijze te functioneren. Mocht je daar meer over willen lezen, dat kan hier.
De inzichten die ik het afgelopen jaar kreeg, zijn al een tijdje beschikbaar. Zo trok hoogleraar Paul Verhaegh de aanduiding ‘stoornis’ voor ADHD al in 2009 in twijfel. Friso Vermeulen vertelt op dekrachtvanadhd.nl o.a. over Lto3; een voedingssupplement dat in Canada al wordt ingezet als alternatief voor Ritalin en Cathelijne Wildervanck geeft met allerhande modellen al jarenlang inzicht in hoe je óók naar ADHD kunt kijken.
De belangrijkste inzichten die ik kreeg kwamen van niet de huisarts, niet van de psycholoog en ook niet van mijn behandelend arts bij PsyQ. Ik moest zelf op onderzoek uit en heb veel gehad aan de input van bijvoorbeeld Joost, die ik voor mijn ADHD-podcast sprak. En dáárom deel ik dit; dáárom vind ik die ADHD Awareness Month zo belangrijk.
Dat ik me hard maak voor een alternatief, betekent overigens niet dat ik tegen ADHD-medicatie ben, er zijn genoeg mensen die er goed bij gedijen. Ik pleit voor keuze, voor alternatieven. Die óók vergoed worden door de verzekering. Want de rekening voor die training om de gevolgschade terug te dringen, betaal je uit eigen zak (of uit de zakken van je werkgever).
‘Je bent in ieder geval goed bezig je te verdiepen in de materie en keuzes maken’, mailde mijn behandelaar bij PsyQ, toen ik hem verzocht het traject stop te zetten. ‘Dus wat mij betreft kan je dossier gesloten worden.’ Ik kan mijn tijd uitstekend gebruiken om me verder onder te dompelen in de wereld van ADHD, dus da’s maar goed ook.